Argentinie (2)

4 mei 2011 - Salta, Argentinië

Alles goed met iedereen in Nederland? Terwijl jullie het ontzettend warm hebben, draag ik nu een dikke trui hier in Bolivia.

Ik zit inmiddels al op 4 maanden reizen en waarschijnlijk is dat ook waarom mijn laptop even geen zin meer had om op te starten. Maar na wat herinstallaties, leeft hij weer en heb ik mijn tweede gedeelte van Argentinie uit kunnen typen. Dus hierbij weer een update!

Mijn tweede gedeelte van mijn trip door Argentinie begon in Mendoza waar ik op de busstation in gesprek was geraakt met Raoul, die vertelde over vrienden van hem die vandaag een hostel gingen openen. Daar aangekomen bleek dat het hostel letterlijk nog vers in de verf zat en een team van 6 mensen was nog bezig om alles schoon te maken. Ook de monteur moest de CV ketel nog ophangen zodat ik een warme douche kon nemen. Ik werd ook verwelkomt als de allereerste gast in het hostel en heb ook maar even de handen uit de mouwen gestoken en wat meubels mee gejouwd. 's Avonds heb ik samen met de eigenaren Gustavo en Mendolina een welkoms diner gehouden met een goede fles vino tinto. De dag erna stroomdde het hostel vol en waren bijna alle 20 bedden gevuld en iedereen kwam even kennis maken met de allereerste gast van het hostel. Deze avond werd er ook een openingsfeest georganiseerd met alle gasten. En raad eens hoe; met een asado! Ze hadden een traditionele klei oven in tuin staan dus nu zag ik eens hoe het officieel te werk gaat. De oven wordt gedurende 2 uur opgestookt met hout en daarna worden de kolen eruit gehaald en wordt de warmte die in de klei is getrokken (blijft 24 uur warm) gebruikt om het vlees gaar te bakken en daarna is er nog tijd om empanada's te bakken. Empanada's zijn een soort mini appelflapjes gevuld met kaas, groenten, vlees of kip. Wat? Kip is toch vlees.....nou niet in zuid-amerika. In Mendoza hangt een relaxte sfeer en er is veel te doen op het gebied van Adventure. Ik heb een flinke wandeling gemaakt en we zijn met de gehele groep uit het hostel gaan fietsen in de omgeving. De eigenaar van het hostel had overal fietsen vandaan gehaald en een route uitgestippeld langs 2 wijnhuizen, een olijvenfarm, likeur maker en een bierbrouwerij. Een dagje fietsen en proeven, wat wil een mens nog meer. Na heel wat wijntjes (Malbec is toch wel mijn favoriet!), een glas absind (brrr, sterk spul!) en verschillende biertjes werd het een gezellige bende met zo'n grote groep fietsers. Daarna nog een dagje naar Potrerillos, waar een felblauw meer tussen grijs/bruine bergen een spectaculaire show verzorde.

Veel mensen hadden mij op het hart gedrukt dat ik het noorden van Argentinie niet moest overslaan. In Salta had ik afgesproken met de Italiaanse Albertina die ik eerder in Buenos Aires had ontmoet. We hadden beide dezelfde plannen en hadden besloten om een auto te gaan huren. Ik had niet verwacht dat ik nog auto zou gaan rijden na Nieuw Zeeland, maar dit leek de enige en beste manier om de plekken te bereiken die we wilden zien. We waren de auto op gaan halen bij Hertz en Vieter de King had me geleerd tijdens mijn tijd bij Avis lease om alle beschadigingen aan een auto goed te noteren op het inname formulier. Ik begon met een scheur in de voorruit van een halve meter en na 20 kruisjes (noteren voor deukjes, krassen) werd het me wel duidelijk dat ze het hier niet zo nauw nemen. Onze Chevolet gestart en richting het zuid westen gerden waar we al meteen werden getrakteerd op immense ruwe bergketens met metershoge cactussen. Spectaculair! Het was wel even wennen met rijden want er stonden nergens verkeersborden en de eenrichtingsverkeerswegen werden door pijltjes aangegeven ergens op een muur geschilderd. Daarnaast leek het erop alsof er geen verkeersregels waren en alleen de wet van de sterkste geldt. Wie het eerst komt of wie de grootste auto heeft, neem voorrang. Heb me aangeleerd om de auto er gewoon voor te duwen waardoor je af en toe getuige bent van een typisch Argentijns handgebaar: vingers en duim bij elkaar, omhoog richting en dan een paar keer schudden. Ik kan 'm nu ook goed! Ook hilarisch dat er veel verkeersborden hangen waarvan de tekst is weggevaagd. Maar minder leuk als je de weg kwijt bent. 

Onze eerste stop was Cachi, een bergdorpje met veel schattige gebouwtjes en omringt door besneeuwde bertoppen en veel leuke kleine restaurantjes. Hier zag je het uiterlijk van de plaatselijke bevolking ook langzaam veranderen. We hadden een route uitgestippeld langs verschillende van deze dorpjes en waren al gewaarschuwd voor enkele honderden kilometers aan dirtroad waar we maximaal zo'n 20-40 km/u konden rijden. Dus hier moesten we extra tijd voor inschatten. Soms was de weg er erg slecht aan toe of werden we verrast door een rivier. Enkele keren moest ik de auto uit om met mijn blote voeten de diepte van de river te controleren en en sommige stenen goed moest leggen voordat we voorzichtig verder konden. Misschien was een 4x4 toch een betere keuze geweest? Daardoor kwamen we terecht in Angastaco; een spookstadje met 1 hotel waar het water in het zwembad was opgedroogd en we de enige en tegelijkertijd ook de enigste gasten waren. Vreemd om hier te zijn en we vroegen ons ook af wat de mensen in dit soort dorpjes te zoeken hebben!?

De weg verder naar het zuiden richting Cafayate werd steeds mooier en er werd vaker aan de handrem getrokken om een mooi plaatje te schieten. We waren ook al gewend aan het feit dat je tussen 1 en 4 niet kan lunchen of naar een winkel moet gaan. In elk dorpje of stadje houden ze een siesta en sommige plaatsen zijn zelfs gesloten tussen 12 en 5. Luie donders! Met heel veel geluk kon je nog ergens een empanada vinden.....maar na 7 dagen empanada's hadden we daar ook wel genoeg en was ons antwoord redelijk duidelijk: Basta empanada's! 

Het was ook gezellig om samen te reizen met Albertina, ook omdat haar Spaans vloeiend is (in Madrid gewoond) waardoor we makkelijker in contact kwamen met bergvolking. Zo wilden we nog wat fruit kopen bij een man die babyschoentjes aan zijn fruitkraam had hangen. Toen we vroegen naar de reden van dit tafereel verklaarde hij dat dit babyschoentjes zijn van overleden kinderen die nu engeltjes geworden waren en die Fidal Castro zouden beschermden. Ahah! Ook uit andere verhalen bleek hoe bijgeloving mensen hier nog zijn en veel mensen nog dagelijks eeuwenoude rituelen uitvoeren.

Nadat we een loop hadden gemaakt reden we via San Salvador de Jujuy via Purmamarca door naar Humahuaca. De plaatsnamen werden steeds verrassender, maar dit was ook het geval voor de omgeving en de bevolking dat steeds primitiever eruit zag. Humahuaca is een geisoleerd bergdorpje wat op 3000 meter hoogte ligt en dit zou voor een paar dagen onze uitvalbasis worden om de omgeving te gaan verkennen. De hoogte speeldde meteen partten en ik was 2 dagen niet voorruit te branden en had enorme koppijn, vermoeidheid en geen eetlust. Een oud vrouwtje met poncho en bolhoed adviseerde om wat coca bladeren te kauwen en dan zou je binnen een uur van je problemen af zijn. Zo gezegd, zo gedaan en voelde me meteen al beter. Uiteindelijk waren we snel geacclimatiseerd en hadden we de bladeren niet meer nodig, maar tranquilo, tranquilo (rustig aan doen!) was toch wel noodzakelijk hier!  

De overige dagen hebben we dorpjes in de omgeving bezocht en hebben we wandelingen gemaakt. We hadden ergens vernomen dat er ruines waren van 1000den jaren oud en 40 hectaren groot, maar deze waren niet gerestaureerd of aangegeven. Een lange zoektocht leverde uiteindelijk een prachtig uitgestrekte ruinestad op in de middle of nowhere waar we met moeite konden komen met onze auto. In deze omgeving is de plaatslijke bevolking altijd een beetje afstandelijk totdat je een praatje begint en vraagt naar de cultuur of in dit geval de ruines. Dan worden alle coca bladeren naar 1 kant van de wang gebracht en begint het mompelen. In Humahuaca hadden we kennis gemaakt met Julio, die erg graag een praatje wilden maken om zijn engels te kunnen oefenen en ik en op deze manier kon ik mijn spaans weer oefenen. Zo snijdt het mes aan 2 kanten.

Helaas moesten we de auto na een weekje weer terugbrengen naar Salta, maar ik zou daar meteen een busticket gaan regelen richting de Boliviaanse grens. En samen met Albertina en Manlio (nog een italiaan) willen we meteen bij de grens de trein nemen richting Uyuni in het zuiden van Bolivia.

Ook was het tijd om afscheid te nemen van Argentinie; een veelzijdig, vriendelijk en mooi land waar ik zeker nog een keer naar terugwil. Iets wat ik hier nog ga missen is de Dulce de Leche; een soort romige mierenzoete caramelsaus dat hier altijd op tafel staat. Lekker 's ochtends op de boterham, bij het ijs, taart, gebak, yoghurt etc. Mensen die mij goed kennen weten dat ik gek ben op caramel en heb dan ook optimaal gebruik gemaakt van deze mogelijkheid.

Op dit moment ben ik in Uyuni in het zuiden van Bolivia en krijg in de avonduren steeds meer te maken met de winterse kou (-15 al gehad!), maar overdag is het toch 25 graden. Nog 1 week reizen en dan kom ik aan in Sucre waar mijn spaanse cursus begint.

 

Foto’s

3 Reacties

  1. Ferry Hagen:
    10 mei 2011
    Otro viaje deslumbrante. Diviértete con el curso de español!
  2. Wouter:
    11 mei 2011
    He Dude,

    Alweer fantastisch!!
  3. Brenda:
    11 mei 2011
    Erg leuk om te lezen en weer even weg te dromen...alle plaatsen die je opschrijft ben ik ook geweest.